Je zit naast je puber op de bank met je telefoon in je hand en in gedachten bij de boodschappen of dat ene mailtje. Je kind zegt iets, jij knikt automatisch. Een uur later weet je niet meer wat er gezegd is. Herkenbaar? Dat is het verschil tussen fysiek aanwezig zijn en emotioneel aanwezig bij je puber. En je puber voelt dat verschil feilloos.
Het pijnlijke: je kind kan niet bij je terecht als jij zelf niet écht aanwezig bent in je hoofd en hart. Samen in dezelfde ruimte zijn is niet genoeg. Zonder aandacht voelt het leeg.
fysiek thuis, maar toch afstand
Veel ouders vertellen hetzelfde verhaal:
“Ik ben de hele dag thuis, maar mijn kind trekt zich terug.”
“Ze vertellen me niks, terwijl ik er altijd ben.”
“Hij komt alleen met kleine dingen, nooit met wat écht speelt.”
“We zitten samen op de bank, maar het voelt alsof we in twee werelden leven.”
De echte vraag is niet of je er fysiek bent. De vraag is: ben je er emotioneel aanwezig voor je puber?
waarom aanwezigheid meer is dan samen zitten
Pubers prikken feilloos door jouw innerlijke afwezigheid heen. Als jij opgeslokt wordt door stress, telefoon of vermoeidheid voelt je kind: ik kan nu niet terecht.
Verbinding is emotioneel. Je kunt naast je kind zitten en tóch onbereikbaar zijn. Stel je voor dat je iets deelt met iemand die blijft scrollen. Hoe voelt dat? Precies zo ervaart je puber het ook.
Waarom dit cruciaal is in de puberteit
De puberteit is dé fase waarin kinderen zelfstandiger worden en hun identiteit vormen. Ze zoeken grenzen op en testen hun onafhankelijkheid. Maar juist dan hebben ze jou nodig als veilige basis.
Niet jouw adviezen, maar je aanwezigheid. Niet jouw oplossingen, maar je luisterend oor.
Wanneer je niet emotioneel aanwezig bij je puber bent, kan je kind dat vertalen naar: mijn gevoelens zijn niet welkom of zelfs ik ben te veel.
Gevolgen zijn o.a.:
Meer afstand nemen
Minder delen
Emoties inslikken
Bevestiging zoeken op minder veilige plekken (vrienden, social media)
5 stappen om emotioneel aanwezig te zijn
Wees thuis in jezelf – hoe beter jij je gevoelens kent, hoe veiliger je puber zich voelt.
Maak korte momenten groots – vijf minuten écht luisteren is vaak genoeg.
Leg je scherm neer – telefoon weg = ik kies voor jou.
Check jezelf – zeg eerlijk: “Ik ben nu moe, straks ben ik er echt.”
Reageer met aandacht – stel vragen: “Hoe voelde dat voor jou?”
Extra praktische tipsvoor het dagelijks leven:
Creëer rituelen: kop thee na school, vaste check-in bij avondeten.
Gebruik micro-momenten: oogcontact, een knipoog, een hand op de schouder.
Durf stil te zijn: luisteren zonder adviezen.
Herstel: “Ik was er net niet echt bij, wil je het opnieuw vertellen?”
Het verschil dat dit maakt
Stel je voor: je kind komt boos binnen. Je bent moe en zou het liefst even niets horen. Maar je legt je telefoon weg, kijkt ze aan en zegt: “Ik zie dat je baalt. Wil je erover praten of wil je even chillen?” Dat moment is goud. Niet omdat je het probleem oplost, maar omdat je er bént. Kinderen leren dan: ik mag er zijn, ook met mijn chaos en emoties. Mijn ouder is er voor me. Dat gevoel bouwt vertrouwen en veerkracht.
Voorbeelden uit de praktijk
Een moeder merkte dat haar zoon pas begon te praten toen zij stopte met werken tijdens het eten.
Een vader legde zijn telefoon weg en zag dat zijn dochter meer deelde over vriendinnen.
Een ouder die opener werd over eigen gevoelens, ontdekte dat haar dochter ook meer durfde te delen.
Conclusie
Fysiek aanwezig zijn is niet genoeg. Je puber heeft jouw emotionele aanwezigheid nodig. Het gaat niet om uren, maar om kwaliteit. Vraag jezelf af: ben ik thuis in mezelf? Alleen dan kan je puber bij jou thuiskomen.
Je zit met een kop thee. Uitgeblust. Je denkt: rustig blijven nu. Op dat moment barst je puber in tranen uit. Of ze beginnen een driftbui die klinkt alsof de wereld vergaat. En jij denkt: Serieus? Nu? Het voelt soms alsof ze expres het verkeerde moment kiezen. Maar eigenlijk gebeurt er iets bijzonders: je puber spiegelt liefdevol wat jij zelf niet durft te voelen. Verdriet, woede, onzekerheid — alles wat jij wegdrukt, voelen zij feilloos aan.
Jouw weggestopte emoties in hun gedrag
Veel ouders herkennen dit patroon:
Jij slikt je boosheid in, en je puber smijt met deuren.
Jij negeert je verdriet, en je puber huilt zonder duidelijke reden.
Jij houdt je sterk, en je puber ontploft.
Jij verdooft je stress met druk zijn, en je puber wordt nóg drukker.
Wat jij bij jezelf onderdrukt, laat je puber onbewust zien.
pubers als emotionele spiegels
Kinderen zijn emotionele spiegels. Hun zenuwstelsel stemt zich af op dat van jou. Wat jij onderdrukt, dragen zij naar buiten. Niet omdat ze je last willen dragen, maar omdat ze onbewust vergroten wat jij wegduwt. Hun driftbui is soms jouw ingeslikte woede, hun tranen weerspiegelen jouw oude pijn, hun onrust echoot jouw stress.
Wat er in het puberbrein gebeurt
Het puberbrein is hypergevoelig. Spiegelneuronen kopiëren emoties van anderen. Als jij spanning voelt maar dat niet uit, pikken zij dat feilloos op. Omdat hun prefrontale cortex — de “rem” op emoties — nog niet af is, gooien zij eruit wat jij probeert binnen te houden.
Waarom dit confronterend voelt
Als ouder wil je sterk zijn en je kind niet belasten. Maar je puber voelt tóch wat er onder de oppervlakte speelt. Hun heftige gedrag is vaak een spiegel van jouw weggestopte gevoelens. Dit vraagt niet om schuldgevoel, maar om eerlijkheid: durf jij zelf te kijken?
Vier stappen om de spiegel te gebruiken
Gebruik het als kans – zie hun gedrag als uitnodiging tot groei.
Erken de spiegel – vraag jezelf: weerspiegelt dit iets wat ik wegdruk?
Sta het toe – laat emoties er zijn, zonder meteen te fixen.
Ontlast je kind – zeg: “Dit is mijn gevoel, niet jouw last.”
Extra tips voor dagelijks gebruik
Naast de quick wins kun je ook op langere termijn aan de slag: –
Modelleer herstel: zeg na een uitbarsting: “Dit kwam omdat ik mijn gevoel wegdrukte. Dat is niet jouw last.”
Reflecteer dagelijks: welke gevoelens heb ik vandaag weggestopt?
Oefen met kleine emoties: laat kleinigheden toe, zodat grote niet opstapelen.
Praat met volwassenen: deel je zorgen met partner of vriend(in), niet met je puber.
Voorbeelden uit de praktijk
Een moeder die haar frustratie over werk inslikte, kreeg een dochter met driftbuien. Toen ze opener werd, namen de buien af.
Een vader die nooit huilde om zijn overleden vader, had een zoon die vaak “zonder reden” huilde. Pas toen hij zelf verdriet toeliet, werd zijn zoon rustiger.
Een ouder die altijd sterk wilde zijn, kreeg een “overgevoelige” puber. Toen de ouder zachter werd, hoefde het kind niet meer zo extreem te reageren..
Conclusie
Je puber voelt wat jij niet wilt voelen. Driftbuien of tranen zijn vaak spiegels van jouw eigen weggestopte emoties. Pijnlijk, maar ook waardevol: want als jij je gevoelens durft toe te laten, hoeft je puber ze niet meer voor je te dragen. Zo ontstaat lucht, rust en diepere verbinding.
👉 Wil je leren hoe je deze spiegel gebruikt om dichterbij te komen in plaats van uit elkaar te drijven? Lees ons e-book Verbinden met je puber (€9,99) of start met Puberproof Basics (DIY, €149).
“Als hij maar blij is, dan ben ik gelukkig.” Herkenbaar? Het klinkt liefdevol, bijna nobel zelfs. Ouders zeggen dit vaak om te benadrukken hoeveel hun kind voor hen betekent. Maar onder de streep kan het een valkuil zijn. Want als jouw geluk volledig afhankelijk wordt van je kind, schuif je een last op hun schouders die veel te zwaar is. Jouw puber is niet verantwoordelijk voor jouw geluk. Punt.
Herkenning
Misschien zie je dit bij jezelf terug. Je voelt je fantastisch wanneer je puber een compliment krijgt van een docent of sportcoach. Maar zodra dat uitblijft, zak je weg in teleurstelling. Je stemming volgt hun schoolcijfers als een achtbaan. Een goed rapport: euforie. Een onvoldoende: somberheid en twijfel aan jezelf als ouder. Je merkt dat jouw humeur mee-ademt met hun sociale leven. Als ze lachen met vrienden, leef jij op. Als ze chagrijnig binnenkomen omdat er gedoe was in de groep, voel jij je ook neerslachtig. En soms betrap je jezelf erop dat jouw kind bezig lijkt met jóu geruststellen in plaats van andersom. Ze zeggen: “Het geeft niet mam, ik red me wel,” terwijl je eigenlijk hun steun had moeten zijn. Het voelt alsof de rollen zijn omgedraaid. Alsof jouw puber jouw emotionele stabiliteit bewaakt.
Inzicht
Natuurlijk mogen kinderen je blij maken. Dat is zelfs een van de mooie kanten van ouderschap. Hun glimlach kan je dag lichter maken. Hun trots kan je hart vullen. Maar ze zijn niet de bron van jouw geluk. Wanneer je je eigen leegtes, onzekerheden of onverwerkte pijn probeert te vullen met hun prestaties of goedkeuring, gebeurt er iets belastends.
Je puber voelt zich verantwoordelijk voor jouw stemming.
Ze leren: als ik vrolijk ben, is mama blij; als ik somber ben, valt papa om.
Ze dragen een rol die niet van hen is: die van jouw emotionele verzorger.
Dit verschijnsel heet parentificatie: het proces waarin kinderen voor de emotionele last van hun ouders gaan zorgen. En dat rooft kinderen hun luchtigheid en vrijheid.
Waarom dit vaak gebeurt
De meeste ouders doen dit niet expres. Het sluipt erin. Misschien ben je zelf opgegroeid in een gezin waar je ouders vaak ongelukkig waren, en voelde jij je verantwoordelijk om dat goed te maken. Misschien is je partner emotioneel minder beschikbaar, waardoor je kind jouw belangrijkste steun wordt. Of misschien voel je je eigen leven leeg en lijkt het alsof alleen de glans van je puber licht geeft. Het probleem: jouw puber voelt dat. Ze hebben een feilloze antenne voor jouw emoties. Je hoeft het niet uit te spreken; een blik, een zucht, een gespannen stilte zegt genoeg.
Wat dit doet met je puber
Een puber die de emotionele last van zijn ouder draagt, kan verschillende overlevingsstrategieën ontwikkelen.
Pleaser: Ze proberen jou gelukkig te houden, vaak ten koste van hun eigen grenzen.
Oververantwoordelijk: Ze gaan vroeg volwassen doen, maar missen kinderlijke luchtigheid.
Afstandelijk of boos: Ze voelen de druk en reageren door zich af te zetten, soms harder dan nodig.
In alle gevallen leren ze een gevaarlijke les: mijn geluk doet er minder toe dan dat van mijn ouder. En dat is precies de omgekeerde wereld.
Quick wins – zes stappen naar meer vrijheid
1. Herken de valkuil. Stel jezelf de vraag: voel ik me goed omdat ík iets fijns ervaar, of omdat mijn kind een prestatie neerzet? Dat onderscheid geeft helderheid.
2. Verleg de bron. Zoek bronnen van geluk die helemaal losstaan van je kind. Een hobby, een sport, een creatieve uitlaatklep, een goed gesprek met vrienden. Hoe meer jij zelf voedt, hoe minder je leunt op hun prestaties.
3. Geef de last expliciet terug. Zeg hardop tegen je puber: “Jouw taak is niet om mij gelukkig te maken. Dat doe ik zelf.” Voor jou voelt het misschien overbodig, maar voor hen kan het een enorme opluchting zijn.
4. Leer hun emoties verdragen. Laat hun boosheid, verdriet of onzekerheid bestaan zonder dat jij het moet fixen om je beter te voelen. Dat betekent: ademhalen, blijven zitten en erkennen: dit is hún emotie, niet de jouwe.
5. Vier je eigen stappen. Heb je een stressvolle werkdag overleefd of een moeilijke keuze gemaakt? Beloon jezelf. Ga wandelen, trakteer jezelf op iets kleins. Laat je kind niet jouw anker zijn met: “Zie je wel hoe goed ik bezig ben.”
6. Zoek volwassen steun. Als jij merkt dat je structureel leunt op je kind, zoek volwassen gesprekspartners. Een vriend, een coach, een therapeut. Kinderen zijn geen emotionele containers.
Voorbeelden uit de praktijk
Een moeder vertelde dat ze altijd mee-leefde met de schoolresultaten van haar dochter. Elke onvoldoende voelde als háár falen. Tot ze besefte: dit was haar eigen oude pijn over mislukkingen. Door die last bij zichzelf te houden, kon ze haar dochter meer adem geven. Een vader merkte dat zijn zoon steeds checkte: “Ben je boos?” Na wat reflectie zag hij dat zijn eigen wisselende stemming de kamer bepaalde. Hij besloot meer te sporten en zijn stress daar kwijt te raken. Zijn zoon ontspande zichtbaar. Een ouder die vaak zei: “Als jij gelukkig bent, ben ik ook gelukkig,” draaide het om. Ze zei: “Jij mag gewoon jezelf zijn. Mijn geluk draag ik zelf.” De opluchting in de ogen van haar puber was goud waard.
Conclusie
Je puber kan je blij maken, maar is niet verantwoordelijk voor jouw geluk. Dat blijft jouw taak. Als jij je eigen geluk draagt, bevrijd je je kind. Dan hoeft je puber niet op eieren te lopen, geen stemming te managen en geen emotionele last te dragen die niet van hen is. Dan mogen ze gewoon puber zijn: met hun chaos, hun vriendschappen, hun onzekerheden en hun vrijheid. En dat is misschien wel het mooiste cadeau dat je kunt geven: de ruimte om te groeien zonder ballast die niet van hen is.
Wil je leren hoe je je eigen emotionele stabiliteit versterkt? Lees ons e-book Verbinden met je puber (€9,99). Of volg Puberproof Persoonlijk (1-op-1 coaching, vanaf €1049) om patronen te doorbreken en je kind écht te ontlasten.
“Als ik vroeger de kans had gehad, dan was ik…” Herkenbaar? Veel ouders willen hun kinderen behoeden voor dezelfde gemiste kansen of fouten. Het komt voort uit liefde: je gunt je puber meer dan jij ooit hebt gehad. Maar soms voelt je kind ondertussen de druk van een script dat niet het hunne is. Kinderen zijn geen acteurs in een remake van jouw leven. Ze zijn de hoofdrolspelers in hun eigen film. Jij mag in de aftiteling, misschien een cameo spelen, maar het verhaal is van hen.
Herkenning
Misschien herken je dit soort situaties. Je stuurt je puber richting een sport die jij vroeger zelf had willen doen, maar nooit hebt gedurfd. Je zegt: “Ik had zo graag dat ik…” en je hoopt dat zij het nu oppakken. Je voelt teleurstelling wanneer ze een route kiezen die je zelf nooit voor ogen had. Of je merkt dat je éxtra trots bent als ze precies in jouw voetsporen stappen. Op het eerste gezicht lijkt het onschuldig. Je motiveert, stimuleert, geeft richting. Maar als je eerlijk kijkt, zie je dat er iets schuurt. Want jouw kind krijgt de hoofdrol in een film die niet hun eigen verhaal vertelt. En pubers voelen dat feilloos aan. Ze hebben een radar voor authenticiteit en pikken de kleinste signalen op. Als jouw trots meer zegt over jouw verleden dan over hun heden, merken ze dat.
Inzicht
Projecties zijn bijna altijd geboren uit liefde en angst. Liefde, omdat je gunt wat jij hebt gemist. Je wilt dat ze kansen grijpen, dromen najagen, succes behalen. Angst, omdat je niet wilt dat ze struikelen zoals jij. Je probeert ze te behoeden voor pijn, teleurstelling of spijt. Maar precies daardoor maak je hun leven minder vrij. In plaats van regisseur van hun eigen film, worden ze acteur in jouw reprise. Hun autonomie verdwijnt, jouw verwachtingen vullen het scherm.
Wat dit met een puber doet
Pubers zoeken juist in deze levensfase hun eigen identiteit. Hun brein is volop bezig met vragen als: Wie ben ik? Wat wil ik? Waar hoor ik bij? Als jij hun keuzes inkleurt met jouw dromen en angsten, leren ze minder goed vertrouwen op hun eigen kompas.
Gevolgen die je kunt zien:
Een puber die alles doet om jou trots te maken, maar zichzelf verliest.
Een puber die zich juist extra afzet, omdat jouw film hun stikt.
Een puber die besluiteloos wordt, omdat ze bang zijn om het verkeerde script te kiezen.
Wat ze nodig hebben, is een ouder die naast hen in de bioscoopstoel zit. Een ouder die lacht, klapt, popcorn doorgeeft en zegt: Ik ben benieuwd hoe jouw verhaal loopt.
Waarom dit zo moeilijk is voor ouders
Het is bijna natuurlijk om je eigen dromen door te geven. Je hebt ervaring, je ziet patronen en je denkt: ik weet hoe dit afloopt. Maar jouw leven is niet hun leven. Hun verhaal kent andere personages, andere kansen, andere obstakels. Daarnaast speelt er nog iets. Als je puber slaagt of faalt, voelt dat vaak persoonlijk. Hun keuzes raken jouw trots. Hun fouten raken jouw angsten. Het maakt opvoeden soms tot een emotionele achtbaan. De kunst is om het script uit handen te geven, terwijl je wel betrokken blijft. Je hoeft geen regisseur te zijn om een betekenisvolle rol te spelen. Soms is een cameo genoeg.
Quick wins – zes stappen om hun film terug te geven
1. Check je taal. Luister eens kritisch naar jezelf. Hoe vaak zeg je: “Dat had ik vroeger ook graag gedaan”? Daarmee schuif je onbewust jouw verhaal in hun handen. Probeer taal te gebruiken die hun perspectief centraal zet: “Wat zou jij willen proberen?”
2. Stel vragen in plaats van adviezen te geven. Een simpele: “Waar word jij enthousiast van?” opent meer deuren dan: “Dit zou goed bij je passen.” Pubers voelen zich gezien wanneer hun eigen verlangens leidend zijn.
3. Laat verschil bestaan. Misschien kies jij altijd voor zekerheid, en kiest je puber voor avontuur. Of andersom. Hun keuzes hoeven niet jouw keuzes te zijn. Verschillen zijn geen bedreiging, maar kansen voor groei.
4. Vier hun plotwendingen. Misschien verandert je puber drie keer van richting. Misschien kiezen ze een pad dat jij niet begrijpt. Zie het als een filmgenre dat je zelf niet zou kijken, maar waar je toch van kan genieten omdat zíj schitteren.
5. Deel je eigen verhaal eerlijk, maar kort. Het is prima om te zeggen: “Ik had die kans niet, en dat vond ik jammer.” Maar maak er geen script van. Vertel je verhaal als achtergrond, niet als leidraad.
6. Bied veiligheid in plaats van regie. Jouw rol is de veilige basis. Jij hoeft hun keuzes niet te regisseren. Jij bent degene die applaudisseert, opvangt als het misgaat, en blijft zitten als de zaal donker wordt.
Extra voorbeelden uit de praktijk
Een moeder die altijd ballerina had willen worden, schreef haar dochter in voor dansles. Haar dochter hield het een jaar vol en stapte toen over naar voetbal. Pas toen de moeder besefte dat haar eigen droom meespeelde, kon ze opgelucht applaudisseren vanaf de zijlijn van het voetbalveld. Een vader die spijt had dat hij nooit gestudeerd had, pushte zijn zoon richting universiteit. Zijn zoon wilde eigenlijk een vak leren. Toen de vader losliet, bloeide de jongen op in een leerwerktraject. Een ouder die zijn dochter een tussenjaar in het buitenland adviseerde, kreeg terug: “Ik wil gewoon meteen studeren.” Door dat te respecteren, gaf hij haar vertrouwen. Het werd geen reprise van zijn gemiste kans, maar een première van haar eigen pad.
Conclusie
Je puber is geen figurant in jouw film. Ze zijn de hoofdrolspeler in hun eigen script. Loslaten betekent niet dat je verdwijnt. Het betekent dat je van regisseur naar supporter gaat. Je bent niet langer degene die aanwijzingen roept, maar degene die applaudisseert als ze hun eerste stap zetten. Hun leven is geen reprise van het jouwe. Het is een première, compleet met bloopers, onverwachte wendingen en muziek die jij misschien niet eens leuk vindt. En dat is precies de magie van ouderschap: leren genieten van een film die jij niet hebt geschreven, maar waar je wel met liefde naar mag kijken.
Wil jij leren hoe je verwachtingen loslaat en écht de regisseursstoel teruggeeft? Lees ons e-book Verbinden met je puber (€9,99). Of volg Puberproof Samen Slim (groepstraject, €349) en ontdek samen met andere ouders hoe je applaus geeft in plaats van aanwijzingen.
Je puber kijkt je aan. Soms brutaal, soms uitdagend, soms stil of juist fel. Jij denkt: dit kind drijft me tot waanzin. Maar ergens diep vanbinnen voel je: dit gaat niet alleen over hén. Kinderen zijn spiegels. Ongemakkelijke, eerlijke spiegels. Ze pikken jouw stemming op, herhalen jouw woorden en leven jouw spanning uit. Niet omdat ze gemeen zijn, maar omdat ze afgestemd zijn op jou. En dat confronteert. Want wie kijkt er nu graag in een spiegel die niet flatterend is?
Herkenning
De voorbeelden uit het dagelijks leven zijn vaak pijnlijk herkenbaar. Je zegt geërgerd: “Doe eens rustig!”, terwijl je zelf gehaast door het huis rent met sleutels, telefoon en tas half uit je handen glijdend. Je puber negeert je compleet, precies zoals jij soms in je scherm verdwijnt en niet hoort dat je partner iets vraagt. Het stemvolume van je puber stijgt in een discussie. En als je eerlijk bent, klinkt het akelig bekend — want jij gaat ook niet bepaald zachtjes als je boos bent. Je klaagt dat je puber afspraken niet nakomt, terwijl je zelf al weken belooft de garage op te ruimen en er niets van komt. Of je ergert je aan hun eeuwige gezeur om snacks, terwijl jij zelf ook snel naar koffie of chocola grijpt zodra de stress toeneemt. En dan is er die irritatie. Je voelt de frustratie stijgen en denkt: waarom doet hij dit toch altijd? Maar ergens in je achterhoofd hoor je een zacht stemmetje: misschien lijkt dit wel heel erg op mij.
Inzicht
Kinderen spiegelen onbewust wat er in hun omgeving speelt. Hun zenuwstelsel is als een afstemknop die voortdurend meedraait met dat van jou. Jouw stress wordt hun stress. Jouw onuitgesproken spanning vertaalt zich in hun gedrag. Dit komt niet doordat ze jou bewust willen plagen, maar omdat hun hersenen zo werken. Spiegelneuronen zorgen ervoor dat kinderen — en zeker pubers — emoties en gedragingen van hun omgeving kopiëren. Als jij gespannen binnenkomt, voelen zij dat. Als jij kortaf bent, worden zij sneller fel. Dat betekent niet dat jij altijd schuld hebt. Het betekent wel dat jij de sleutel in handen hebt. Want als jij verandert, verandert de spiegel mee. Spiegelgedrag is dus geen beschuldiging. Het is een uitnodiging. Een kans om te zien waar je eigen patronen zitten. Een kans om eerlijker te worden naar jezelf.
Waarom pubers zo’n scherpe spiegel zijn
Kleine kinderen spiegelen zacht. Ze passen zich vaak aan om de sfeer te bewaren. Maar zodra ze in de puberteit komen, verdwijnt dat filter. Hun emotiecentrum draait op volle toeren, hun remmingen zijn minimaal en hun gevoel voor rechtvaardigheid is messcherp. Dat maakt dat ze alles wat ze zien — en zeker alles wat jij doet — ongefilterd teruggeven. Ze zijn brutaal, fel of koppig, maar vaak ook pijnlijk eerlijk. Het voelt alsof ze jou uitdagen, maar eigenlijk houden ze je een vergrootglas voor.
Quick wins – zes stappen om de spiegel te gebruiken
1. Stop met wijzen. Voordat je zegt: “Jij doet altijd dit…”, vraag jezelf af: wat laat dit gedrag mij zien over mezelf? Vaak merk je dat jouw irritatie groter is dan de situatie, omdat er bij jou iets meereageert.
2. Check je energie. Sta stil bij hoe jij erbij zit. Ben je gespannen, boos of afwezig? Grote kans dat je kind dat voelt en terugkaatst. Soms is de snelste manier om je puber te kalmeren gewoon zelf een stap terug te doen.
3. Benoem zonder schuld. Je hoeft jezelf niet neer te sabelen. Je kunt gewoon eerlijk zijn. Zeg: “Wat jij doet lijkt op wat ik soms ook doe. Zullen we samen kijken hoe we dit anders kunnen?” Daarmee laat je zien dat jullie beiden mogen leren.
4. Gebruik het als leermoment. Zie hun gedrag niet alleen als irritatie, maar als feedback. Gratis coaching, verpakt in puberstijl. Soms confronterend, maar altijd eerlijk.
5. Laat herstel zien. Schiet jij uit je slof? Gebruik dat moment. Zeg: “Ik werd te fel. Dat spijt me. Ik ga proberen het anders te doen.” Je kind leert dat fouten normaal zijn en dat herstellen sterker is dan gelijk hebben.
6. Zorg voor zelfzorg. Hoe leger jouw batterij, hoe scherper de spiegel van je kind reageert. Opladen is dus niet luxe, maar noodzaak. Als jij rustiger bent, straalt dat direct door.
Voorbeelden uit de praktijk
Een moeder die zich kapot ergerde aan het geschreeuw van haar zoon, besefte dat zij zelf óók vaak met stemverheffing sprak als ze moe was. Toen ze haar toon zachter maakte, kalmeerde haar zoon sneller.
Een vader vond zijn dochter veel te chaotisch. Tot zijn partner hem erop wees dat zijn bureau minstens zo vol lag. Hij ging zelf opruimen, en zijn dochter volgde langzaam zijn voorbeeld.
Een ouder die zich stoorde aan het constante getreuzel van haar puber, realiseerde zich dat ze zelf al maanden haar administratie uitstelde. Toen ze dat eerlijk uitsprak, verdween een deel van de spanning tussen hen.
Een moeder die altijd riep: “Je moet je aan afspraken houden!”, merkte dat ze zelf vaak afspraken met zichzelf niet nakwam. Pas toen ze daar eerlijk over werd, kon ze haar dochter echt helpen om structuur te leren.
Conclusie
Je kind is geen probleem dat gefixt moet worden. Je kind is een spiegel die jou iets laat zien. Dat voelt ongemakkelijk, soms zelfs pijnlijk, maar het is ook een geschenk. Want als jij durft te kijken, ontdek je waar jij nog kunt groeien. En dat is precies wat je puber nodig heeft: een ouder die niet perfect is, maar wel eerlijk genoeg om zichzelf onder ogen te zien. Hoe meer jij je eigen stukken opruimt, hoe minder jouw kind die hoeft te dragen. Het resultaat? Minder strijd, meer verbinding en een gezin waar spiegels niet alleen confronterend zijn, maar ook richting geven.
Wil jIJ leren hoe je die spiegel gebruikt om sterker te worden in plaats van gefrustreerd? Download ons e-book Verbinden met je puber (€9,99). Of start met Puberproof Persoonlijk (1-op-1 coaching, vanaf €1049) en ontdek samen met ons je eigen patronen.
Je puber doet iets en jij voelt je bloeddruk stijgen. De chaos in hun kamer. Het eeuwige uitstel van huiswerk. De branie in hun stem. Je roept geïrriteerd: “Waarom ben je zo slordig, koppig of luidruchtig?” Maar diep vanbinnen knaagt er iets. Dit voelt akelig bekend. Wat als de dingen die je het meest irriteren aan je puber juist de dingen zijn die jij zelf nog niet onder de knie hebt? Wat als jouw kind, hoe onhandig ook, een spiegel is die je laat zien waar jij nog te leren hebt? Dat is geen aanklacht. Het is een uitnodiging.
Herkenning
Veel ouders herkennen dit soort momenten. Je wilt dat je kind rustiger is, terwijl jij zelf de hele dag van hot naar her rent met tien dingen tegelijk. Je ergert je aan hun koppigheid, maar iedereen in je omgeving weet dat jij ook niet bepaald makkelijk toegeeft. Hun chaos maakt je gek, maar je eigen bureau lijkt verdacht veel op een rampgebied. Kinderen zijn spiegels. Ongemakkelijk eerlijk. Ze reflecteren eigenschappen terug die we liever niet zien bij onszelf. Zonder filter, zonder vriendelijk Instagram-effectje dat de kreukels gladstrijkt. En dat maakt de irritatie dubbel. Je ergert je niet alleen aan hun gedrag, maar ook aan de confrontatie met jezelf.
Inzicht
Wat er gebeurt: je puber raakt stukken in jou die nog openstaan. Dat kan oud zeer zijn. Misschien werd jij vroeger niet gehoord, en voelt hun grote mond extra pijnlijk omdat het die oude wond openmaakt. Het kan ook gaan om eigenschappen die je zelf hebt moeten onderdrukken. Als jij nooit boos mocht zijn, irriteert hun boze bui je dubbel. En soms gaat het gewoon om patronen die je zelf ook hebt. Je zegt dat ze moeten opruimen, maar ondertussen struikel je zelf dagelijks over de wasmand. Je puber houdt je een spiegel voor. Niet om je neer te sabelen, maar om je uit te nodigen. Als je dat durft te zien, kan er iets veranderen.
Waarom spiegels zo lastig zijn
Het puberbrein vergroot alles uit. Hun ongeduld wordt een orkaan, hun koppigheid een betonnen muur. Dat is confronterend, zeker als je weet dat diezelfde trekjes ook in jou zitten. Daarom voelt het vaak alsof jij tegen een overdrijving van jezelf aanloopt. Het is niet alleen hun lawaai dat je irriteert, maar ook de echo van jouw eigen gedrag.
Quick wins – vier stappen
Stop met de zondebok. Vraag jezelf bij irritatie: wat raakt dit in mij? Vaak merk je dat jouw emotie groter is dan de situatie.
Schrijf het op. Noteer drie dingen die je het meest storen aan je puber. Vraag daarna eerlijk: herken ik dit bij mezelf? Het antwoord is vaker “ja” dan je denkt.
Geef taal in plaats van kritiek. Niet: “Je bent lui.” Wel: “Ik zie dat je moeite hebt om te starten. Dat herken ik zelf ook.” Daarmee maak je verbinding in plaats van afstand.
Zet het licht op jezelf. Laat zien dat je zelf ook oefent. Zeg: “Ik probeer beter op te ruimen. Zullen we samen een kwartier doen?” Je puber ziet dat veranderen mogelijk is en voelt dat jullie in hetzelfde team zitten.
Extra verdieping
Dit vraagt lef. Want het is makkelijker om te wijzen naar je kind dan om naar jezelf te kijken. Toch is zelfreflectie de kortste weg naar verandering. Bedenk: je hoeft niet perfect te zijn. Juist het erkennen van je eigen tekortkomingen maakt je geloofwaardig. Pubers prikken feilloos door schijnheiligheid heen. Als jij laat zien dat je zelf nog leert, zullen zij eerder bereid zijn hetzelfde te doen.
Voorbeelden uit het dagelijks leven
Een vader werd gek van het uitstelgedrag van zijn zoon. Tot hij zag dat hij zelf wekenlang een klus voor zich uitschoof. Toen hij dit eerlijk uitsprak, konden ze samen afspraken maken. Een moeder die vond dat haar dochter te brutaal was, realiseerde zich dat ze zelf ook fel uit de hoek kwam als ze moe was. Door dit te erkennen, werd het gesprek zachter. Een ouder die klaagde over rommel ontdekte dat haar eigen slaapkamerkast net zo’n chaos was. Samen maakten ze er een spel van om elke dag tien minuten op te ruimen.
Conclusie
Als jij je kind wilt veranderen, kijk eerst naar jezelf. Vaak is je puber niet lastig, maar eerlijk. Ze zijn een spiegel die laat zien waar jij nog werk hebt. Dat is confronterend, maar ook bevrijdend. Want als jij je eigen stukken opruimt, hoeft je kind dat niet voor jou te dragen. Dan verandert de dynamiek vanzelf. Je hoeft je puber niet te perfectioneren, je hoeft alleen eerlijker te worden naar jezelf.
Wil jij ook leren hoe je die spiegel gebruikt zonder jezelf af te branden en ontdekken hoe je je eigen triggers aanpakt zonder strijd met je kind? Lees ons e-book Verbinden met je puber (€9,99). Of ga voor de Puberproof Basics-training (DIY, €149)