Ik ben niet van jou, maar ik kom door jou

Ik ben niet van jou, maar ik kom door jou

“Hij lijkt zo op jou.”
“Ze doet precies wat jij vroeger deed.”

Het klinkt liefdevol. Soms voelt het zelfs als een compliment. Maar ergens knaagt er iets. Want hoe vaak zeg je dat niet? En belangrijker: wat hoort je kind?

Je puber is geen verlengstuk van jou. Geen update van jouw leven. Geen upgrade die beter moet presteren dan jij. Jij was de poort waardoor ze dit leven binnenkwamen – maar daarna begint hun eigen verhaal.

Het is een pijnlijk inzicht: je bedoelt het goed, maar onbewust schuif je je eigen verlangens, dromen en gemiste kansen in hun rugzak.


Herkenning

Veel ouders herkennen deze situaties:

  • Je puber kiest een profiel, studie of sport en jij denkt: “Dat had ik ook zo graag gewild.”
  • Je hoort jezelf zeggen: “Ik was vroeger net zo…”, maar eigenlijk vertel je hun verhaal in jouw woorden.
  • Je voelt trots als ze iets doen wat jij herkent – en teleurstelling als ze totaal iets anders kiezen.
  • Je hebt stiekem de hoop dat zij slagen waar jij ooit struikelde.

En je puber? Die voelt de druk. Soms subtiel, soms messcherp. Want jouw trots lijkt afhankelijk van hoe goed zij jou weerspiegelen.


Inzicht

Een kind is geen spiegel om jouw eigenwaarde te bevestigen. Het is een eigen mens met een eigen script.

Wanneer je je kind ziet als verlengstuk, gebeuren er drie dingen:

  1. Ze voelen zich verantwoordelijk voor jouw geluk. Als jij pas straalt wanneer zij “jouw pad” volgen, leren ze dat jouw tevredenheid belangrijker is dan hun eigen keuze.
  2. Ze raken hun autonomie kwijt. Ze durven minder zelf te ontdekken, omdat afwijken voelt als falen.
  3. Ze gaan pleasen of rebelleren. De één probeert te voldoen, de ander breekt los – allebei ten koste van verbinding.

De waarheid is confronterend: jij bent de toegangspoort, maar niet de eigenaar.


Waarom dit vaak gebeurt

Het komt voort uit liefde en angst.

  • Liefde: je gunt je kind kansen die jij niet kreeg.
  • Angst: je wilt voorkomen dat ze struikelen zoals jij.
  • Onverwerkt verleden: je hoopt dat hun succes jouw oude pijn verzacht.

Maar liefde met voorwaarden is geen liefde, het is druk. En druk verstikt.


Quick win: 5 stappen om los te laten zonder te verdwijnen

  1. Check je trots.
    Vraag jezelf: ben ik trots op hún keuze, of omdat het lijkt op de mijne?
  2. Let op je taal.
    Minder: “Net als ik.”
    Meer: “Wat mooi dat jij dit kiest.”
  3. Stimuleer autonomie.
    Help je puber ontdekken wat hén drijft – ook als jij er niks mee hebt.
  4. Vier verschil.
    Hun pad mag totaal anders zijn dan dat van jou. Dat is geen bedreiging, dat is groei.
  5. Wees poortwachter, geen regisseur.
    Jij gaf ze het leven. Laat hen de regie nemen over het script.

Het verschil dat dit maakt

Als jij stopt met projecteren, gebeurt er dit:

  • Je puber voelt zich vrijer en minder belast.
  • Jullie relatie wordt lichter: minder strijd, meer echtheid.
  • Je kind durft keuzes te maken die écht bij hen passen.
  • Jij ontdekt de rijkdom van hun eigenheid in plaats van een verlengstuk van jezelf.

En misschien nog belangrijker: je leert zelf te helen zonder dat je kind daarvoor hoeft in te staan.


Conclusie

Je kind is niet van jou. Het is van zichzelf.

Jij was de poort, niet de eigenaar. Jij gaf leven, maar niet het script. En hoe eerder je dat durft te erkennen, hoe sterker je band wordt.

Dus laat de gedachte los dat je kind jouw tweede kans is. Laat het hun eerste versie zijn. Met hun fouten, hun dromen, hun eigen chaos en magie.



Wil je leren hoe je loslaat zonder je kind kwijt te raken?

Lees ons e-book Verbinden met je puber (€9,99).
Of start met Puberproof Samen Slim (groepstraject, €349) en ontdek hoe andere ouders leren loslaten zonder de verbinding te verliezen.

Externe bron: Meer lezen? Zie Nederlands Jeugdinstituut over autonomie en ouderschap.

Als je teveel kritiek geeft, blijft je puber van jou houden – maar minder van zichzelf

Als je teveel kritiek geeft, blijft je puber van jou houden – maar minder van zichzelf

Je puber houdt van je. Met heel zijn hart. Onvoorwaardelijk. Daar hoef je niets voor te doen. Maar langzaam, haast onmerkbaar, kan er iets schuiven. Niet in hun liefde voor jou, maar in hun liefde voor zichzelf.
En dat gebeurt vaak niet omdat jij schreeuwt, of onaardig bent. Het gebeurt subtieler. Omdat jij corrigeert. Steeds weer.
Je bedoelt het goed. Je wilt helpen, begeleiden, richting geven. Maar wat voor jou klinkt als betrokkenheid, klinkt in het hoofd van je kind vaak als: ik ben niet goed genoeg.

Herkenning: de krasjes in hun spiegel

Ouders vertellen vaak:
– Je fronst bij hun kamer en zij horen: mijn plek is niet goed genoeg.
– Je geeft tips bij hun presentatie en zij horen: ik kan het niet zelf.
– Je prijst een 8 en zij denken: bij een 6 ben ik minder waard.

Elke correctie voelt voor jou klein, een detail. Maar voor hun zelfbeeld is het een krasje in de spiegel. En krasjes blijven zichtbaar, ook als jij ze zelf allang niet meer ziet.

Kinderen hebben een verbazingwekkend goed geheugen voor blikken, zuchten en kleine opmerkingen. Ze vertalen die niet naar: mijn ouder bedoelt het goed. Ze vertalen het naar: ik faal. En die gedachte nestelt zich langzaam in hun zelfbeeld.

Inzicht: analyse versus aanwezigheid

De harde waarheid: teveel kritiek is systemische zelfafwijzing met een glimlach. Het lijkt liefdevol. Het voelt voor jou als begeleiden. Maar in de onderstroom zeg je eigenlijk: je bent pas waardevol als je het beter doet.
En kinderen passen zich aan. Niet om het goede te doen, maar om jouw goedkeuring te verdienen. Ze leren hun gedrag af te stemmen op jouw gezichtsuitdrukking in plaats van hun eigen kompas.
Vraag jezelf dus eens af: wil je dat je kind zich gezien voelt, of geanalyseerd? Wil je dat hun innerlijke stem later fluistert “Ik ben goed zoals ik ben”, of “Ik moet altijd beter”?

De spiegel die barst op fluistervolume

De stem van een ouder wordt de innerlijke stem van een kind. Dat is geen metafoor, dat is psychologisch bewezen.
Als jij vaak zegt:
“Waarom pak je het niet anders aan?”
“Zou je dat wel doen?”
“Als jij nou gewoon even luistert…”

dan worden dat later hun eigen gedachten:
“Doe het beter.”
“Waarom ben ik zo?”
“Wat is er toch mis met mij?”

En zo ontstaat een innerlijke criticus die maar moeilijk tot zwijgen te brengen is. Die stem reist mee naar volwassenheid, naar hun relaties, hun werk, hun dromen.

Waarom we zo vaak corrigeren

We corrigeren niet omdat we willen afbreken. We doen het omdat we bang zijn. Bang dat ze falen, dat ze kansen missen en dat wij falen als ouder. Die angst vertaalt zich in micro-opmerkingen, goedbedoelde tips, kleine zuchten. Maar je kind voelt dat als druk. En druk slijt sporen in hun zelfbeeld.

Een klein experiment

Probeer dit eens: slik komende week 80% van je correcties in. Laat details los.

Wat er gebeurt? Nee, je puber verandert niet in een losgeslagen projectiel. Ze leren juist meer dan je denkt. Want ineens is er ruimte. Ruimte om zelf te proberen, te falen, te leren. Misschien worden ze wat vrijer. Wat zekerder. Wat zachter voor zichzelf. En dat is precies wat je hen wilt meegeven. Natuurlijk wil je dat je kind iets bereikt. Tuurlijk. Je wilt dat je puber slaagt. Dat ze hun talenten gebruiken, kansen grijpen, stevig staan. En eerlijk: soms ook omdat jij denkt: wat zullen anderen zeggen als ze het niet redden? Maar je puber is geen wandelend CV. Geen bonuslevel dat jij moet behalen. Geen upgrade van jouw leven. Ze zijn een eigen mens, met hun eigen chaos, charme en keuzes. En die keuzes maken ze sterker, juist als jij stopt met voortdurend bijsturen.

 

Liefde als thuisbasis – geen prestatiebeloning

Laat jouw liefde geen beloning zijn voor prestaties. Laat het de basis zijn.
Een zachte plek om te vallen. Zonder “je moet”, “je zou”, of “waarom deed je niet”.
Grenzen zijn nodig. Natuurlijk. Maar stel ook zachtheid in. Stilte. Ruimte. Zodat je kind leert:
“Ik ben goed zoals ik ben. Ik hoef geen perfectie te leveren om geliefd te worden.”

Quick win: 5 stappen naar minder kritiek en meer verbinding

– Check je intentie. Vraag jezelf: wil ik écht helpen, of wil ik dat het sneller of netter gaat?
– Begin met erkenning. Zeg eerst wat goed gaat: “Wat fijn dat je eraan begonnen bent.”
– Gebruik suggesties in plaats van bevelen. Niet: “Waarom doe je dat niet anders?” Wel: “Wat zou er gebeuren als je dit zo probeert?”
– Focus op het proces, niet op perfectie. Complimenteer de moeite, niet alleen het resultaat.

Slik 80% van je kritiek in. Je zult zien: je puber ontspant en leert meer dan je dacht.
Het verschil dat dit maakt als jij verandert van corrigerende ouder naar aanwezige ouder, gebeurt er dit:
– Je puber voelt zich gezien, niet geanalyseerd.
– Hun zelfbeeld groeit in plaats van krimpt.
– Er ontstaat meer openheid en vertrouwen.

Jouw stem wordt hun innerlijke steun, niet hun innerlijke criticus.
Dat is het verschil tussen liefde die afbreekt en liefde die bouwt.

Conclusie

Kritiek is soms nodig. Maar als het je standaardtaal wordt, spreek je niet meer met liefde maar met eisen. Je puber houdt sowieso van je, onvoorwaardelijk. Maar als jij steeds inbreekt op hun ruimte, leren ze vooral minder van zichzelf te houden.
Laat jouw stem niet de reden zijn dat hun innerlijke stem hen afbreekt. Laat jouw stem juist de fluistering zijn die zegt: Je bent goed zoals je bent.

*Externe bron: Meer lezen over de impact van ouderlijke kritiek? Zie Universiteit Leiden.

Wil je leren hoe je grenzen stelt zonder het zelfbeeld van je kind te breken? 

Als jij je eigen rugzak draagt, hoef ik dat niet voor jou te doen

Als jij je eigen rugzak draagt, hoef ik dat niet voor jou te doen

(Je puber loopt met een rugzak die al uitpuilt. Boeken, huiswerk, gymspullen, broodtrommel, en natuurlijk een telefoon die meer weegt dan een baksteen. Dat is al een hele last. Maar vaak sjouwen ze ongemerkt nóg iets mee: de bagage van hun ouders.

Niet letterlijk. Geen extra gymtas of stapel ordners. Maar emotioneel. Jouw onverwerkte pijn, je angsten, je schaamte. Het sluipt erin, meestal onbedoeld. En je kind voelt het, zonder dat je een woord hoeft te zeggen.

Het resultaat? Hun schooltas lijkt lichter dan hun binnenwereld.


Herkenning

Situaties die ouders vaak noemen:

  • Je puber komt verdrietig thuis. Jij voelt je eigen oude pijn meteen omhoog kruipen.
  • Je kind maakt fouten, en jij voelt je falen als ouder.
  • Je merkt dat je stemming afhankelijk wordt van hoe zij zich gedragen.
  • Je kind voelt zich buitengesloten, en jij schiet terug naar je eigen jeugd.

Herkenbaar? Dat heet projectie. En kinderen zijn daar extreem gevoelig voor. Hun zenuwstelsel staat afgestemd op dat van jou. Ze pikken niet alleen woorden op, maar energie.


Inzicht

Wat jij misschien ziet als “betrokken zijn” of “meeleven”, ervaart je kind vaak als: ik ben verantwoordelijk voor jouw gevoel. En dat is een last die geen puber kan dragen.

Kinderen die emotionele bagage van hun ouders moeten meedragen, laten vaak dit gedrag zien:

  • Te verantwoordelijk: “Ik moet mama blij maken, anders gaat het mis.”
  • Te alert: “Is papa oké? Moet ik opletten?”
  • Te volgzaam: “Ik pas me wel aan, dan blijft het rustig.”
  • Of juist extreem brutaal: “Ik hou jou op afstand, want jij voelt niet veilig.”

Dat zijn geen “lastige pubers”. Dat zijn kinderen die jouw rugzak dragen bovenop die van henzelf.


Waarom we dit doen

Niemand doet dit expres. Ouders dragen mee wat ze zelf nooit geleerd of verwerkt hebben.

  • Je eigen opvoeding: “Mijn moeder luisterde ook nooit, dus ik reageer hetzelfde.”
  • Je angsten: “Wat als ze buiten de groep vallen?”
  • Je onzekerheden: “Als ik geen perfecte ouder ben, faal ik.”
  • Je schaamte: “Ik was ook altijd de stille, wat als zij dat ook wordt?”

Allemaal begrijpelijk. Maar kinderen zijn geen emotionele vuilnisbakken. Ze hebben recht op een eigen rugzak.


Quick win (5 manieren om de bagage bij jezelf te houden)

  1. Herken je rugzak.
    Vraag jezelf: gaat dit over mijn kind, of over mij? Alleen al zien waar het vandaan komt, haalt druk weg.
  2. Praat met volwassenen.
    Kinderen zijn geen therapeuten. Bespreek je angsten of triggers met een vriend, een coach, of in je dagboek. Niet bij je puber.
  3. Bied erkenning zonder projectie.
    Niet: “Ik ken dit, ik werd vroeger ook buitengesloten.”
    Wel: “Dat lijkt me rot. Wil je erover praten?”
  4. Maak ruimte voor hun gevoel.
    Zeg: “Jouw emoties zijn van jou. Je hoeft niet voor mij te zorgen.” Dat is bevrijdend.
  5. Leer loslaten.
    Hun rugzak hoort gevuld te zijn met huiswerk, dromen en broodtrommels. Niet met jouw onverwerkte verleden.

Het verschil dat dit maakt

Wanneer jij je eigen bagage draagt, gebeurt er dit:

  • Je kind voelt zich vrijer en lichter.
  • Ze hoeven niet meer alert te zijn op jouw stemming.
  • Hun gedrag verandert van overprikkeld of brutaal naar ontspannener en opener.
  • De relatie wordt gelijkwaardiger, omdat jij weer de ouder bent en zij weer het kind.

Kortom: jij creëert ademruimte. En dat is een cadeau dat geen geld kost, maar van onschatbare waarde is.


Conclusie

Stop met je emotionele bagage in de schooltas van je kind te stoppen. Ze hebben al genoeg te dragen: cijfers, vriendschappen, groepsdruk, het mysterie van deodorant.

Laat hun rugzak van hen zijn. Draag die van jezelf. En geloof me: dat is liefde in actie.



Wil je leren hoe je oude patronen doorbreekt en écht ruimte geeft aan je puber?

Lees ons e-book ‘Verbinden met je puber’ (€9,99).
Of kies voor Puberproof Basics (DIY, €149) en ontdek stap voor stap hoe je zonder strijd je eigen bagage leert dragen.

Beantwoord mijn schreeuw met liefde

Beantwoord mijn schreeuw met liefde

Je puber schreeuwt. Hard. Woorden die je raken als pijlen:
“Je begrijpt me nooit!”
“Laat me met rust!”
“Jij verpest alles!”

En jij? Jij voelt de woede, de pijn, misschien ook de neiging om terug te schreeuwen. Want laten we eerlijk zijn: wie vindt het fijn om op deze manier behandeld te worden?

Toch gebeurt er onder die schreeuw iets bijzonders. Achter al dat volume zit vaak maar één boodschap: Hoor mij. Zie mij. Hou nog van me, ook nu.

Het vraagt ongelofelijk veel kracht van jou als ouder om dat te herkennen. Maar als je het leert, verandert schreeuwen van oorlog in een uitnodiging tot verbinding.


Herkenning

Veel ouders herkennen dit soort situaties:

  • Je puber gooit de deur dicht en roept: “Jullie snappen er echt helemaal niks van!”
  • Je probeert rustig te blijven, maar na de derde keer “Doe normaal!” schiet jij óók uit je slof.
  • Je voelt je diep geraakt, omdat je puber alles lijkt af te wijzen wat jij met liefde probeert te geven.
  • Na afloop heb je spijt. Van je woorden. Van je toon. Van het feit dat je weer in dezelfde valkuil stapte.

Het voelt alsof je voortdurend in een strijd zit waarin niemand wint. Maar achter al dat kabaal schuilt geen haat. Het is een verkapte hulpkreet.


Inzicht

Boosheid en schreeuwen zijn geen misdaad. Het zijn emoties in overdrive. In de puberteit is het brein nog volop in ontwikkeling. De prefrontale cortex – het deel dat regelt dat je nadenkt voordat je reageert – is nog niet af. Het limbisch systeem – dat van emoties en prikkels – draait juist overuren.

Wat betekent dat?

  • Je puber voelt intenser.
  • Ze reageren sneller.
  • Hun vermogen om te reguleren is nog beperkt.

Daarom schreeuwen ze. Niet omdat ze jou haten, maar omdat hun binnenwereld overloopt.

Jouw reactie bepaalt vervolgens wat ze leren:

  • Als jij terugschreeuwt, leren ze dat boosheid gelijkstaat aan strijd.
  • Als jij je terugtrekt, leren ze dat boosheid gevaarlijk is.
  • Als jij aanwezig blijft met liefde, leren ze dat boosheid er mag zijn én dat verbinding mogelijk blijft.

Dat is geen soft gedoe. Dat is emotionele veiligheid. En dat is de basis waarop je puber leert zijn of haar emoties later zélf te reguleren.


Waarom dit zo moeilijk is

Omdat het pijn doet.
Een puber die schreeuwt, kan je het gevoel geven dat je faalt. Dat je niet gewaardeerd wordt. Dat je machteloos bent. En eerlijk: vaak raakt het aan je eigen oude pijn. Misschien herken je het uit je jeugd, waarin schreeuwen nooit mocht. Of juist altijd de norm was.

Dan is het extra lastig om niet terug te vallen in je automatische reactie: vechten of vluchten. Maar dit is precies het punt waar jij als ouder de toon zet.


Quick win: 5 stappen om schreeuwgedrag te beantwoorden met liefde

  1. Adem voor je reageert.
    Klinkt cliché, werkt echt. Een diepe ademhaling zorgt dat jouw brein niet in paniekstand schiet.
  2. Herken de boodschap achter de schreeuw.
    Vraag jezelf: wat wil mijn kind nu écht zeggen? Vaak is het: “Zie mij. Hoor mij.”
  3. Blijf fysiek en emotioneel aanwezig.
    Loop niet weg tenzij het onveilig is. Zeg: “Ik ben hier. We praten als je rustiger bent.”
  4. Normaliseer emoties.
    Zeg: “Boos zijn mag. Maar we zoeken een manier zonder elkaar pijn te doen.”
  5. Reflecteer samen na afloop.
    Als de storm voorbij is, vraag: “Wat maakte je zo boos? En wat had je op dat moment nodig?”

Zo wordt een conflict een kans om te leren, in plaats van een strijd om te winnen.


Het verschil dat dit maakt

Wanneer jij boosheid ontmoet met liefde:

  • Je puber voelt zich veilig, ook als hij of zij fouten maakt.
  • Er ontstaat minder escalatie, omdat jij de brand niet verder aanwakkert.
  • Je kind leert dat emoties er mogen zijn, maar niet ten koste van de relatie.
  • Jullie band verdiept zich, juist doordat je laat zien: ook in de storm blijf ik.

En dat is een levensles die je puber later meeneemt in vriendschappen, relaties en werk.


Conclusie

Je puber schreeuwt. Het is hard, pijnlijk en vermoeiend. Maar onder die schreeuw zit vaak een fluistering: “Beantwoord mij met liefde.”

Als jij dat lukt – niet perfect, maar stap voor stap – geef je je kind het mooiste cadeau. Het besef dat liefde niet verdwijnt als emoties hoog oplopen.

En dát maakt een puber sterk genoeg om later zelf te leren: boosheid is niet gevaarlijk. Het is gewoon een emotie.



Wil je leren hoe je boosheid van je puber beantwoordt met verbinding in plaats van strijd?

Lees ons e-book Verbinden met je puber (€9,99).
Of start met Puberproof Basics (DIY, €149) en ontdek hoe je ruzie ombuigt naar relatie.

Externe bron: Meer lezen over emoties in de pubertijd? Zie Nederlands Jeugdinstituut.

Als jij de grote bent, kan ik de kleine zijn.

Als jij de grote bent, kan ik de kleine zijn.

Je puber stormt door het huis, smijt een deur dicht en roept: “Je begrijpt er toch niks van!” Jij voelt je kleiner worden. Of je merkt dat je geneigd bent mee te huilen, in te storten of juist terug te knallen. Herkenbaar? Veel ouders willen vooral gelijkwaardigheid, vriendschap, verbinding. Maar ergens zijn we vergeten dat kinderen juist één ding nodig hebben: dat jij de grote durft te zijn. Niet de tiran, niet de vriend, maar de ouder.  Want alleen als jij groot bent, kan je puber klein zijn. 

Herkenning

Situaties die ouders vaak noemen:

  • Jij wilt gezelligheid, maar elke maaltijd ontaardt in discussie.
  • Je puber geeft jou advies over je relatie, alsof zij de volwassene zijn.
  • Jij denkt: “Ik wil niet streng zijn,” maar merkt dat alles één grote onderhandeling wordt. Je puber lijkt onafhankelijk en wijs, maar ’s avonds huilen ze in hun kamer.

Wat je dan voelt, is rolverwarring. Je kind wordt groter, maar is nog steeds geen volwassene. Als jij de kleine wordt, moeten zij de grote spelen. En dat trekt ze leeg.

Inzicht

Groot zijn is geen machtsvertoon. Het betekent: overeind blijven, ook als je kind stormt. Het gaat niet over schreeuwen of winnen. Het gaat over stevig blijven staan, zodat zij klein mogen zijn—met hun tranen, hun woede, hun chaos.
Waarom dat zo belangrijk is? Omdat kinderen die het gevoel hebben dat hun ouder wankelt, zichzelf groter gaan maken dan ze zijn. Dat heet parentificatie: het kind neemt onbewust de rol van volwassene over. Niet omdat ze dat willen, maar omdat ze voelen dat iemand het moet doen.
Gevolg? Een puber die te verantwoordelijk is, te wijs, te alert. Of juist één die extreem rebels wordt, omdat ze de onzichtbare last niet meer kunnen dragen.
Jouw kind is geen coach, geen partner en geen tweede stuurman. Ze zijn een puber, en dat is al ingewikkeld genoeg.

Waarom dit zo vaak misgaat

Onze generatie ouders wil het vaak beter doen dan vroeger. Minder streng, meer ruimte, meer begrip. Maar ergens onderweg zijn we doorgeschoten. 
Schuldgevoel: We willen compenseren voor onze eigen jeugd.
Controle: We zijn bang dat het misgaat als we niet strak sturen.
Verwarring: We denken dat vriendschap gelijkstaat aan verbinding.
Maar pubers hebben geen vriend nodig die mee gaat in hun chaos. Ze hebben een ouder nodig die kalm blijft, ook als het schuurt.

Quick win – 5 manieren om groot te zijn zonder hard te worden

1. Wees de kapitein, niet de vriend. Een schip heeft één stuurman nodig. Je kunt luisteren, je kunt empathisch zijn, maar jij houdt de koers vast.
2. Zeg het hardop.“Jij bent mijn kind. Ik ben de ouder. Jij hoeft niet voor mij te zorgen.” Het klinkt simpel, maar het geeft ruimte.
3. Grenzen = liefde. Een duidelijke “nee” kan zachter voelen dan eindeloos meebewegen. Zeg: “Het mag niet, en ik blijf erbij.” Dat geeft houvast.
4. Laat ze voelen, zonder dat jij instort. Hun tranen zijn niet jouw falen. Hun woede is niet jouw onmacht. Jij blijft staan, ook als zij vallen.
5. Herstel als je zelf wiebelde. Zeg: “Ik was te fel. Dat spijt me. Maar de grens blijft.” Daarmee laat je zien: groot zijn is niet perfect, maar betrouwbaar.

Het verschil dat dit maakt

Wanneer jij groot durft te zijn, gebeurt er iets bijzonders. Je puber voelt opluchting. Ze hoeven niet langer jouw emoties te dragen. Ze hoeven jou niet overeind te houden. Ze mogen kind zijn—met alles wat daarbij hoort.  Dat geeft hen psychologische veiligheid. En precies daaruit groeien zelfvertrouwen, veerkracht en autonomie.  Je hoeft dus geen superouder te zijn. Je hoeft alleen maar groot genoeg te zijn om hun klein-zijn te dragen. 

Conclusie

Kinderen hebben geen therapeut nodig in huis, geen emotioneel wankelende kapitein en geen vriend die mee-appt in hun puberdrama. Ze hebben jou nodig. Groot, betrouwbaar, soms streng, maar altijd liefdevol. Dus stel jezelf de vraag: durf jij de grote te zijn? Het is misschien loodzwaar, maar het is ook het mooiste cadeau dat je je puber kunt geven: de vrijheid om klein te mogen zijn.  

Leer hoe jij emotioneel stevig blijft, ook als je puber stormt

Of kies voor een online doe het zelf training en ontdek hoe jij je eigen stevigheid terugvindt.